In het vorige hoofdstuk las je een korte samenvatting van een onderzoek waarin een Duitse psycholoog zichzelf als proefpersoon gebruikte om te testen hoelang hij bepaalde lettercombinaties kon onthouden. Laten we even quizzen. Weet je zijn naam nog? Juist ja, die man met de baard! Denk even diep na …
Als je nu écht diep aan het nadenken bent, dan zet je een van de meest krachtige leerstrategieën in: zelftoetsen. Klinkt eenvoudig en dat is het ook. Boeken dicht en nadenken. Er zijn heel veel manieren waarop je jezelf kunt toetsen. Door te studeren met flashcards, door een oefentest te maken of de leerstof uit te leggen aan iemand anders, door de belangrijkste begrippen over een bepaald lesonderwerp in een schema (bijvoorbeeld een mindmap) te noteren of door een nieuwe oefening op te lossen terwijl je hardop redeneert. Zelfs wanneer je tijdens het fietsen naar je hobby in gedachten een bepaald lesonderwerp doorloopt, ben je aan het zelftoetsen: je probeert je iets te herinneren.
Er geldt maar één voorwaarde: het boek blijft gesloten tijdens de denkoefening. Overschrijven en herlezen zijn dus uit den boze. Als je je de naam Ebbinghaus (de Duitse psycholoog) nog kon herinneren, dan zal je deze naam vanaf nu minder snel vergeten.
Wacht dus niet tot de dag voor de toets om jezelf te testen, maar zet deze strategie op verschillende manieren in tijdens je hele leer-workout. Test jezelf minstens één keer, maar liefst tot drie keer toe voor dezelfde leerstof.
De leerwinst is zelfs het grootst als je langer en dieper moet nadenken. Het is dus niet erg als het moeilijk is, dat is net de bedoeling. Je bent tenslotte aan het leren! Zelftesten heeft nog een voordeel. Zo zou je bij het herlezen van de naam Ebbinghaus een gevoel van herkenning ervaren, maar dat betekent niet dat je je de naam ook zelf zou herinneren. Als je jezelf toetst, is het dus makkelijker om juist in te schatten hoe goed je de leerstof hebt verwerkt. En of je het dus ook écht begrepen hebt.