Wist je dat … ?

Er is de voorbije 100 jaar veel onderzoek gedaan naar hoe leerlingen en studenten studeren. Uit die onderzoeken weten we welke manieren het best werken en of studenten zich daarvan bewust zijn.

… het heel moeilijk is om jezelf correct in te schatten?

Op de ochtend van 19 april 1995 stond McArthur Wheeler, een man van middelbare leeftijd, op met een, naar zijn mening, geniaal plan. Hij smeerde zijn gezicht in met citroensap en overviel twee banken in Pittsburgh, zonder enige verdere vermomming. Een makkelijke zaak voor de politie, die hem kort daarna kon oppakken omdat hij was herkend op camerabeelden. De man zelf was compleet verrast toen hij nauwelijks een uur na de feiten werd gevat. “Maar ik had toch citroensap op?” reageerde hij verrast. Citroensap werkt als een soort onzichtbare inkt. Als je iets met citroensap schrijft op papier, dan wordt het pas zichtbaar als je de brief bij een vlam houdt. Wheeler redeneerde dus dat, als hij zijn gezicht insmeerde met citroensap, hij onherkenbaar zou zijn. Een compleet foute redenering, die hem enkele jaren celstraf opleverde.

Wat heeft dit nu te maken met studeren? Deze anekdote illustreert hoe mensen die ergens geen verstand van hebben, vaak onterecht heel zelfverzekerd zijn. Ze missen de expertise om te beseffen dat ze het fout hebben. Wheeler had geen inzicht in wat ervoor zorgt dat citroensap werkt als onzichtbare inkt, waardoor hij ten onrechte dacht dat het zou werken als vermomming. Als je maar weinig weet over iets, besef je vaak niet dat je weinig weet. Dit kan leiden tot overschatting van het eigen kunnen. Dit fenomeen, dat werd onderzocht door twee psychologen, David Dunning en Justin Kruger, staat sindsdien bekend als het Dunning-Krugereffect.

En dat geldt dus niet enkel voor overvallers en citroensap, maar ook voor studeren en leren. De meeste studenten krijgen tijdens hun schoolloopbaan maar weinig informatie over hoe hun brein werkt of hoe ze best studeren. Studenten die strategieën inzetten die eigenlijk niet goed werken (zoals overschrijvend samenvatten, een tekst herlezen of markeren), zijn zich er niet van bewust dat er veel betere manieren zijn om te studeren. Ze hebben, vaak onterecht, het gevoel dat ze goed aan het studeren zijn.

… niemand kan multitasken? Neen, jij ook niet.

Je leest het goed, multitasken kan niet. Weet je nog toen je leerkracht je een vraag stelde tijdens de les en jij die niet had ‘gehoord’ omdat je met iets anders bezig was? Je hoorde die vraag natuurlijk wel (je was niet ineens doof), maar je luisterde niet.

Dat is helemaal logisch, want zowel luisteren als lezen zijn activiteiten waar je brein bewust mee aan de slag moet. Je brein kan niet (bewust) met twee dingen tegelijk bezig zijn. En dus kiest je brein: ofwel luisteren naar je leerkracht ofwel lezen op je telefoon. Je wisselt af tussen beide activiteiten en dat kost niet alleen tijd, maar vergroot ook de kans op fouten. Tenzij een van de handelingen geautomatiseerd is.

Wandelen en telefoneren kan je wel tegelijkertijd doen, omdat wandelen iets is dat je doet zonder daar bewust bij na te denken. Tenzij je je plots in een gevaarlijke verkeerssituatie bevindt of in een drukke, onbekende metropool als Londen wandelt, dan zal je automatisch stoppen met praten zodat je je aandacht kunt richten op het verkeer.

… iedereen een beeld- én woorddenker is?

Soms hoor je wel eens uitspraken zoals ‘Ik ben een woorddenker’ of ‘Mijn leerkracht biedt veel teksten aan, wat moeilijk is voor mij, want ik ben een beelddenker’. Laat ons maar met de deur in huis vallen: er bestaat niet zoiets als ‘een woorddenker’ of ‘een beelddenker’. Sterker nog, we zijn allemaal beeld- én woorddenkers. Het gaat hier om een zeer hardnekkige mythe, want onderzoek heeft al veelvuldig aangetoond dat we informatie beter verwerken en onthouden als die zowel via woord als via beeld wordt aangeboden (op voorwaarde dat de afbeelding natuurlijk goed gekozen is).