Les 8 – Een keer in, dan uit, uit, uit

Tot slot in deze lessenreeks over effectieve studeerstrategieën nog een gouden regel: één keer in, dan uit, uit, uit. Als je de leerstof hebt doorgenomen (in je geheugen), oefen je vooral of je je die leerstof kunt herinneren (uit je geheugen).

Mag je dan nooit meer herlezen? Natuurlijk wel. Het is geen slecht idee om, als je iets niet helemaal begrijpt, de informatie nog een tweede keer te lezen. Als je de leerstofal eens hebt gelezen en begrijpt, is het minder zinvol om te blijven herlezen. Die studietijd kan je beter anders invullen, door het lezen af te wisselen met andere studeerstrategieën om te vermijden dat je ‘hersenloos’ blijft herlezen.

Vuistregels

  • Herlees een aantal alinea’s. Sluit je boek en wacht een aantal minuten. Vat dan in twee zinnen samen (mondeling of schriftelijk) wat je in iedere alinea hebt gelezen. Open je boek, controleer even en lees de volgende alinea’s.
  • Bestudeer de inhoudsopgave. Welke verbanden kan je leggen tussen de secties en de titel van het hoofdstuk? Denk hier even over na. Herlees daarna de tekst.
  • Stel jezelf tijdens het herlezen van een tekst regelmatig vragen: Waarom is dit zo? Wat betekent dit precies? Hoe kan ik dit verklaren? Noteer die vragen in de kantlijn van je boek of op een blaadje. Na het lezen van een hoofdstuk sluit je je boek (of dek je de tekst af, zodat enkel de vragen in de kantlijn zichtbaar zijn) en beantwoord je de vragen. Nadien controleer je je antwoorden.
  • Leg blanco flashcards naast je tijdens het herlezen van een tekst. Lees een aantal alinea’s en noteer een aantal kernbegrippen op de voorzijde van de flashcards. Probeer dan (met je boek dicht) een verklaring of definitie voor de begrippen op de flashcards te formuleren. Controleer je antwoord en noteer het juiste antwoord op de achterzijde van de flashcards.
  • Bedenk tijdens het herlezen concrete voorbeelden van begrippen uit de les of het lesboek. Controleer telkens of je voorbeeld correct is.