Studeerkaart 5: leg de leerstof uit

Wat?

Je legt de leerstof (een oefening, een begrip of een proces) uit aan iemand anders of aan jezelf. Daardoor verplicht je jezelf om diep na te denken. Als je de leerstof uitlegt aan iemand anders, heb je het voordeel dat die persoon ook vragen kan stellen, waardoor je opnieuw wordt uitgedaagd om diep over de leerstof na te denken. 

Voorbeeld

Wanneer? Waarvoor?

Je kan deze strategie inzetten om een grafiek of een tabel te verklaren, maar ook terwijl je oefeningen oplost of een tekst bestudeert. 

Hoe?

  1. Vertrek vanuit je lesmateriaal (een tekst of een oefening in je handboek, een instructievideo van je docent …).
  2. Lees een aantal alinea’s grondig door of bekijk een eerste deel van de video. Afhankelijk van hoe complex de leerstof is, kan je hier werken per alinea of per sectie.
  3. Verklaar aan jezelf (of leg uit aan iemand anders) wat er in die alinea of sectie staat. Bij het lezen van een tekst kan je bijvoorbeeld na elke alinea in je eigen woorden verklaren wat je net hebt gelezen. Zonder te spieken! Bij het maken van oefeningen redeneer je luidop bij elke stap waarom je die stap uitvoert (zie studeerkaart ‘oefen slim met uitgewerkte voorbeelden’). Of leg aan een studiegenoot uit hoe een bepaald proces werkt.
  4. Controleer je verklaring of uitleg op basis van je lesmateriaal. 

Opgelet!

Het gaat hier om uitleggen en verklaren, met veel details niet om enkel herformuleren (en al zeker niet om overschrijven of aflezen).